+41 31 312 27 54

office@vatplus.ch

Nieuws: wijziging BTW tarieven per 1 januari 2024

Verhoging BTW tarieven per 1 januari 2024

Vanaf 1 januari 2024 zijn in Zwitserland de volgende btw-tarieven van toepassing:

  • standaardtarief: 8.1%.
  • verlaagd tarief: 2.6%.
  • speciaal tarief voor accommodatie: 3.8%.

Toepassing verhoogde tarieven

Algemeen

Het toepasselijke belastingtarief wordt niet bepaald door de datum van facturering of de datum van betaling, maar door de datum waarop de prestatie is verricht.

In het geval van periodieke prestaties (bijv. abonnementen) is de periode waarin de prestatie wordt verricht, bepalend.

Tarieven 2023 of tarieven 2024?

Voor prestaties die tot en met 31 december 2023 worden verricht, gelden de tot eind 2023 geldende belastingtarieven (d.w.z. 7.7%, 2.5% en 3.7%). Prestaties die vanaf 1 januari 2024 worden verricht zijn aan de nieuwe belastingtarieven onderworpen.

Als op dezelfde factuur diensten worden gefactureerd die, vanwege de periode waarin ze worden verricht, onderworpen zijn aan zowel het oude als het nieuwe belastingtarief, moeten de datum of periode van de prestaties en het deel van het bedrag dat aan het corresponderende tijdsdeel kan worden toegerekend, afzonderlijk worden vermeld.

Als dit niet het geval is moeten alle gefactureerde prestaties worden verrekend met de nieuwe belastingtarieven.

De correcte toewijzing van de prestaties aan het vorige en het nieuwe belastingtarief kan ook op een andere manier worden aangetoond.

Te hoog belastingbedrag vermeld

Degene in een factuur voor een prestatie een te hoog bedrag aan belasting vermeldt, is de in de factuur vermelde belasting verschuldigd. Dit is het geval als in een factuur de nieuwe belastingtarieven worden vermeld voor prestaties die vóór 1 januari 2024 zijn verricht.

Een aanpassing achteraf van de belasting van de nieuwe door de oude belastingtarieven kan slechts plaatsvinden wanneer de correctie overeenkomstig de Zwitserse Omzetbelastingwet gebeurt (artikel 27 lid 2 letter a MWSTG), en degene die de prestatie verricht op geloofwaardige wijze kan aantonen dat de Zwitserse schatkist geen belastingderving heeft geleden als gevolg van de ten onrechte gefactureerde hogere omzetbelasting.

Deelfacturen en deelbetalingen

Algemeen

Een gedeeltelijke betaling wordt geacht te zijn verricht als, op het tijdstip waarop de belastingvordering ontstaat alleen het deel van de prestatie waarop de betaling betrekking heeft, maar niet de volledige prestatie is verricht.

Gedeeltelijke betalingen voor prestaties die uiterlijk op 31 december 2023 zijn verricht, worden met de oude belastingtarieven gefactureerd en met de Zwitserse belastingdienst afgerekend.

Gedeeltelijke betalingen voor prestaties vanaf 1 januari 2024 worden verricht, moeten met de nieuwe belastingtarieven worden gefactureerd en met de Zwitserse belastingdienst worden afgerekend.

Deelfacturen en situatiebegrotingen

Het is aanbevolen om opdrachten die nog niet zijn afgerond al correct af te bakenen in de deelfacturen en situatiebegrotingen per eind 2023 (bijv. in de bouw).

De begonnen prestaties moeten gedetailleerd worden opgesomd in termen van type, onderwerp, omvang en tijd (of periode).

In het geval van bouwwerkzaamheden is het tijdstip van prestatie het tijdstip waarop de werkzaamheden aan het gebouw worden uitgevoerd (bijvoorbeeld montage, verplaatsing of bevestiging).

Niet als uitvoering van werkzaamheden aan het bouwwerk worden beschouwd de prefabwerkzaamheden in de werkplaats.

Vooruitbetalingen of facturen voor vooruitbetalingen

Er is sprake van een voorschot als op het moment dat de belastingvordering ontstaat nog geen prestatie is verricht.

Als in 2023 op het moment van de vooruitbetaling of voorschotfactuur reeds bekend is dat de levering of dienst geheel of gedeeltelijk zal plaatsvinden na 31 december 2023, kan het deel van de prestatie dat aan de periode vanaf 1 januari 2024 moet worden toegerekend in de factuur aan de afnemer met het nieuwe belastingtarief worden gefactureerd. In dat geval wordt in de BTW aangifte die prestatie reeds tegen het nieuwe belastingtarief aangegeven.

Periodieke prestaties, deels tegen nieuwe tarieven verricht

Abonnementen voor vervoersdiensten (bijv. halve tariefkaarten en algemene reiskaarten of ski-abonnementen) of service- en onderhoudscontracten voor liften, machines, computersystemen en dergelijke moeten over het algemeen vooraf worden betaald.

Als een dergelijk abonnement of contract ook na de datum van de belastingverhoging doorloopt, moet in beginsel de vergoeding pro rata temporis (over de tijd verdeeld) tussen het oude en het nieuwe belastingtarief worden verdeeld.

Als de verrichter van de prestatie op het moment van de verkoop niet weet of hij de prestatie uiterlijk op 31 december 2023 zal verrichten, of pas daarna, omdat de afnemer van de prestatie het tijdstip van de prestatie zal bepalen (bijvoorbeeld in het geval van de verkoop van tickets voor meerdere reizen) en omdat de geldigheidsdatum niet expliciet niet expliciet na 31 december 2023 ligt, zal bij uitzondering het moment van verkoop bepalend zijn voor het toepasselijke belastingtarief.

In het geval van periodieke prestaties zijn er gevallen waarin de verrichter van de prestatie op het moment van verkoop tot 31 december 2023 niet kan weten wanneer hij de periodieke prestatie zal verlenen.

Als de verrichter van de prestatie in een dergelijk geval echter weet dat de prestatie ten minste gedurende een bepaalde periode na 31 december 2023 zal worden verricht, is voor de verdeling van de vergoeding pro rata temporis -bij wijze van uitzondering- deze minimumduur doorslaggevend.

Nevenprestaties worden voor de omzetbelasting op dezelfde manier behandeld als de hoofdprestatie, dat wil zeggen zij volgen de BTW behandeling die op de hoofdprestatie van toepassing is.

Vermindering van de vergoeding, verkoopbonussen, retourzendingen en terugdraaien van de prestatie

Vermindering van de vergoeding

Vermindering van de vergoeding (kortingen, rabatten, kennisgevingen van gebreken of verliezen) voor prestaties uit de periode van vóór 1 januari 2024 moeten worden gecorrigeerd met toepassing van het oude belastingtarief.

De ontvanger van de creditnota die op basis van de effectieve methode de BTW aangiften declareert (= normale methode), moet de aftrek van voorbelasting corrigeren met het belastingbedrag dat op de creditnota staat vermeld.

Verkoopbonussen

Creditnota's voor omzet (bijv. jaarlijkse bonussen of andere kortingen) betreffende de periode van vóór 1 januari 2024 moeten met toepassing van de oude belastingtarieven als vermindering van de vergoeding worden behandeld.

De ontvanger van de creditnota die op basis van de effectieve methode de BTW aangiften declareert (= normale methode), moet de aftrek van voorbelasting corrigeren met het belastingbedrag dat op de creditnota staat vermeld.

Retourzendingen en terugdraaien van de prestatie

Retourzendingen van goederen en ongedaan making van prestaties moeten worden behandeld als vermindering van de vergoeding met toepassing van de belastingtarieven die van toepassing waren op het moment dat, of de periode waarin, de prestatie werd verricht.

De ontvanger van de creditnota die op basis van de effectieve methode de BTW aangiften declareert (= normale methode), moet de aftrek van voorbelasting corrigeren met het belastingbedrag dat op de creditnota staat vermeld.

Invloed van tariefwijziging op andere gevallen

Hotelwezen en horeca

Voor de overnachting van 31 december 2023 op 1 januari 2024 gelden de volgende regels:

  • de accommodatie moet tegen het oude belastingtarief in rekening worden gebracht.
  • de horecadiensten (bijv. nieuwjaarsfeest) worden tegen het oude belastingtarief in rekening gebracht.

Paketarrangementen voor de jaarwisseling moeten pro rata temporis worden opgesplitst. Als er slechts één factuur wordt uitgereikt, moeten de prestaties betreffende 2023 en die betreffende 2024 apart worden gehouden.

Contracten voor verhuur of leasing

Als de periode van prestatie van een termijn gedeeltelijk een periode na 31 december 2023 betreft, moet een pro rata temporis splitsing over de oude en nieuwe belastingtarieven worden gemaakt.

In het geval van langlopende contracten die doorlopen tot na het einde van het jaar, wordt aanbevolen om aan de afnemer een schriftelijke aanpassing te verstrekken met daarin de belastingtarieven die vanaf 1 januari 2024 van toepassing zijn.

Transacties met commissionairs

In het geval van commissiehandel overeenkomstig de artikelen 425 - 439 Zwitsers Burgerlijk Wetboek levert de principaal de goederen pas zodra de commissionair de goederen heeft doorgegeven of heeft verklaard zelf in de plaats te treden.

Als de commissionair vóór 31 december 2023 de levering verricht of zelf in de plaats treedt , is de principaal de omzetbelasting verschuldigd tegen het oude belastingtarief.

Omzetbelasting op verwervingen

In het geval van leveringen die onderworpen zijn aan omzetbelasting op verwervingen (art. 45 MWSTG), is uitsluitend het tijdstip van de verwerving doorslaggevend voor het belastingtarief dat moet worden toegepast. De datum van betaling of factuur is niet niet doorslaggevend.

Als in dezelfde factuur prestaties zijn vermeld die op grond van het tijdvak waarin ze worden geleverd (of het tijdvak waarin ze worden verworven), aan zowel het oude als aan het nieuwe belastingtarief zijn onderworpen, moeten de datum waarop of het tijdvak waarin de prestaties zijn geleverd, alsmede het gedeelte van het bedrag dat aan elk van beide kan worden toegerekend, afzonderlijk worden vermeld.

Invoer van goederen

De nieuwe belastingtarieven zijn van toepassing op alle invoer van goederen waarvoor de omzetbelastingschuld bij invoer op 1 januari 2024 of later ontstaat.

Voorbelasting

De gefactureerde binnenlandse belasting mag in het kader van ondernemingsactiviteiten, en overeenkomstig de toepasselijke bepalingen inzake het recht op aftrek van voorbelasting, worden afgetrokken.

Als degene die de prestatie -onder verwijzing naar de oorspronkelijke factuur met het onjuiste belastingtarief- het belastingverschil alsnog factureert kan de afnemer van de prestatie de voorbelasting hierover aftrekken.

Bij boekhoudsystemen die automatisch de aftrekbare voorbelasting berekenen, moet er bijzonder goed op worden gelet dat de juiste belastingtarieven worden toegepast.

The VAT return

Taxpayers who declare VAT on the basis of the so-called effective method (= standard) can for the first time declare turnover applying the old and new tax rates in the VAT return for the 3rd quarter of 2023.

Consideration to be declared at an earlier settlement, but relating to supplies provided after 1 January 2024, should initially be declared at the old tax rates. They can be declared at the earliest in the return for the 3rd quarter of 2023. An adjustment must be made no later than at the time of completion of the 2023 tax period.

If the adjustment is already made in a VAT return for the second half of 2023 and the tax amount is paid on time, no default interest is due. However, if the adjustment is only made at the time of finalisation with the adjustment return for the 2023 tax period, default interest is due. If, however, the interest amount does not exceed CHF 100, then generally no default interest will be charged.

In the case of an adjusted quarterly return, interest on late payments is generally calculated based on the average due date. In the case of quarterly returns, this is 15 October 2023. In the case of quarterly returns, interest is calculated from 16 October 2023 to the time of payment (using the commercial interest method, i.e. 30/360 rule).

If a taxpayer's fiscal year differs from the calendar year and the end date for the fiscal year ending in the 2023 tax period expires before January 1, 2024, the adjustment must be made no later than with the last (regular) return for the 2023 tax period (filing date no later than February 29, 2024).

De BTW aangifte

Belastingplichtigen die de BTW aangifte op basis van de zogenaamde effectieve methode declareren (= standaard) kunnen eerst vanaf de aangifte voor het 3e kwartaal van 2023 de omzet declareren met toepassing van de oude en de nieuwe belastingtarieven.

Vergoedingen die bij een eerdere afrekening moeten worden gedeclareerd, maar betrekking hebben op prestaties die na 1 januari 2024 worden verleend, moeten in eerste instantie worden gedeclareerd tegen de oude belastingtarieven. Ze kunnen op zijn vroegst worden gedeclareerd in de aangifte voor het 3e kwartaal van 2023. Een correctie moet uiterlijk bij de afronding van het belastingperiode 2023 plaatsvinden.

Als de correctie al wordt gemaakt in een aangifte voor de tweede helft van 2023 en het belastingbedrag op tijd wordt betaald, is er geen vertragingsrente verschuldigd. Als de correctie echter pas wordt uitgevoerd op het moment van afronding met de correctieopgave voor het belastingtijdvak 2023, is vertragingsrente verschuldigd. Als het rentebedrag echter niet hoger is dan CHF 100, wordt er over het algemeen geen vertragingsrente in rekening gebracht.

In geval van een gecorrigeerde kwartaalaangifte wordt de rente op achterstallige betalingen over het algemeen berekend op basis van de gemiddelde vervaldatum. Bij een kwartaalaangifte ligt deze op 15 oktober 2023. In geval van kwartaalaangiften wordt de rente berekend vanaf 16 oktober 2023 tot het moment van betaling (volgens de zakelijke rentemethode, d.w.z. 30/360-regel).

Als het boekjaar van een belastingplichtige afwijkt van het kalenderjaar en de einddatum voor het boekjaar dat eindigt in het belastingtijdvak 2023 verstrijkt vóór 1 januari 2024, moet de correctie worden uitgevoerd uiterlijk met de laatste (gewone) aangifte voor het belastingtijdvak 2023 (indieningsdatum uiterlijk op 29 februari 2024).